maandag , 2 december 2024

Het grote avontuur, deel 1 – Column Herman Mateboer

Nu of nooit

Het besluit om een gooi te doen naar een carriere als piloot kreeg een zet in de rug door het feit dat ik een soort Al Bundy (Married with children) baan had die weinig uitdaging meer bood na twee jaar. Maar ook door mijn wens het stadje waar ik geboren was te verlaten en zo de sociale controle en de godsdienst fundi’s te ontvluchten.

Wat ik wel geweldig vond was zweefvliegen. Dit deed ik vaak op zaterdag op een veldje net buiten Vollenhove, naast de grote windtunnel van het NLR. Het vliegvirus was sinds mijn tiende – toen ik met m’n moeder in een DC8 naar Johannesburg ging om bij m’n zus op bezoek te gaan- steeds aanwezig. Het zweefvliegen was de ‘awakening’ . Omdat ik vaak moest werken op zaterdag, of op vrijdagavond te lang in de kroeg hing, ging het langzaam met uren opbouwen. Dit werd ook niet geholpen doordat ik op zondag niet mocht vliegen, maar geacht werd in de kerk te zitten.

Na vierenhalf jaar verkering met een meisje uit Genemuiden zette ik er een punt achter. Omdat ik steeds advertenties van het IAC in het blad Thermiek zag staan, en daarbij een hele redelijke prijs vermeldt stond (23.500 dollar), nam ik contact met ze op. Ik had herhaalde malen Bert Verduyn, de baas van het IAC, aan de lijn, die me bot met een kluitje in het riet stuurde. Hij deed dat, zo zei hij later, om te kijken of ik dan ook weer zou bellen, en of ik dus een bijtertje was, en me niet liet afschepen. Na twee jaar als hondsvod te zijn behandeld door woningtextieldetaillisten, vond ik Bert niet eens zo onsympathiek. Toen bleek dat het IAC geen problemen maakte over het feit dat ik geen wiskunde in m’n vakkenpakket had, kreeg ik steeds meer hoop, en drang om het roer om te gooien. Alleen, waar haal je 23.500 USD vandaan, tegen de toen geldende koers zo’n 45.000 gulden, voor mij een astronomisch bedrag. Andere kosten, zo’n 13.000 gulden, voor selectie, tickets etc, kon ik uit eigen zak, van m’n spaarcentjes betalen. De rest zou ik moeten lenen.

Ondanks dat m’n moeder het bedrag makkelijk zou kunnen ophoesten wist ik dat ze me geen cent zou lenen, om de simpele reden dat ik ook op zondag, de dag des Heeren, zou moeten vliegen. En dat was een grote zonde. Omdat ik al die tijd werkte voor m’n broer, en hem van meet af aan -in het begin vaak onbetaald- had geholpen toen hij z’n eigen bedrijf opstartte, besloot ik hem te vragen om borg te staan voor een lening. Zijn zaak liep als een tierelier, en hij had wel centen. Na wat vijven en zessen ging hij overstag.

hermanmateboer

Herman Mateboer
Gezagvoerder

Deel 2: “Het avontuur kan beginnen
Deel 3: “De vliegschool” slot