dinsdag , 16 april 2024

Het grote avontuur, deel 2 – Column Herman Mateboer

Het avontuur kan beginnen

Het was 1 februari 1988 toen wij inscheepten op Schiphol om aan een  ‘voyage for life’  te beginnen waarvan niemand van ons groepje wist hoe die reis zou eindigen. Het enige wat we wisten was dat we met de KLM naar New York zouden vliegen en dan met Piedmont door naar Norfolk, Virginia. Dat we daarna een vliegopleiding zouden gaan doen in Newport News, bij Flight International Inc. Van dat groepje is iedereen goed terecht gekomen, allemaal met een widebody onder de kont, en dat na een jaar of vier buitenland. Dat was destijds een droom, ver, heel ver buiten de reikwijdte van onze fantasie, we durfden het haast niet te dromen, nou ja, alleen stiekem dan.

De tijd van de vliegopleiding ligt in m’n geheugen gegrift als en van de meest interessante en leuke van m’n leven. Voor geen goud had ik dit willen missen, het was een stukje onontbeerlijke levenservaring, een ‘characterbuilder’ die voor een stel jongens van rond de twintig  zijn gelijke niet kende. Achteraf zie je de merites pas van zo in het diepe gegooid te worden, maar man, wat een kick.

We vielen van de ene verbazing in de andere, we waren zo groen als gras, in een stukje Amerikaanse samenleving geparachuteerd waar buitenlanders normaliter uit North Carolina kwamen. Zij bekeken ons met vreemde ogen; duidelijk niet Amerikaans. Wij zaten constant onze onderkaak een klap naar boven te geven om niet te veel te gapen, naar alles wat big, bigger, biggest was.

Naar school werden we gereden door een grote zwarte meneer in een grote Chevrolet bus. Dat was voor de eerste weken, daarna moesten we zelf achter een auto aan.

Wat we, op weg naar school, achter lieten was een rijtjeshuisje, wat opgetrokken was uit gipsplaat, op een houten frame, met spaanplaat aan de buitenkant. Opgeleukt met vinyl sidings, zeg maar namaakplanken – geel in ons geval – van plastic. Onze buurman rechts had een grote Ford pick-up truck, met een bumpersticker die vermeldde: ‘My insurance is a Smith and Wesson’. Van cowboyfilms en boeken wist ik wat voor een verzekeraar dat was…

De huizen stonden in blokjes van zes in een U vorm om een bosje naaldbomen, en het straatje heette Woodside Lane. In de bodem van de U woonde Mike Carey, een gezette Engelsman, ook in opleiding, waar studiegenoot Erwin bij introk. Later werd aan de overkant nog een huis bezet door een volgende lichting IAC-ers. In ons onderkomen huisden Rob, Gerard en ik. Er was al een lichting IAC-ers voor ons geweest. Die hadden de tent enigszins toegetakeld achter gelaten. Op de hoogte van de stoelleuningen zaten stickers op de gipsmuur  rond de eethoek. Om  gaten te bedekken van iemand die er door gecrashed was toen hij achterover viel, van het wippen op twee poten. De deuren waren van dun triplex, het huurmeubilair van de goedkoopste soort, aan de muur hing een poster van een F 15 Eagle.

Aan de keuken was ook weinig designtijd besteed. Maar het was ons huis, en we hebben er de mafste dingen meegemaakt in het half jaar dat de opleiding duurde.

hermanmateboer

Herman Mateboer
Gezagvoerder op een MD11

Deel 1: “Nu of nooit
Deel 3: “De vliegschool” slot