dinsdag , 30 april 2024
Nationaal Zweefvliegcentrum Terlet

Voorzitter SNZT reageert op brief van staatssecretaris Dijksma

Terlet, 14 september 2017 – Maarten Baltussen (voorzitter SNZT – Stichting Nationaal Zweefvliegcentrum Terlet) heeft gereageerd op de brief van 12 september jl., van staatssecretaris Dijksma (Infrastructuur & Milieu) aan de Tweede Kamer, naar aanleiding van de uitkomsten van het onderzoek door Helios, in relatie tot de nieuwe in- en uitvliegroutes van Lelystad Airport.

Baltussen: Het Helios rapport en de brief van de staatssecretaris aan de Tweede Kamer spreekt alleen maar over de verhoging van de Lelystadroute en de verhoging van de ondergrens van het oostelijke gedeelte van de nieuwe TMA Lelystad naar FL45 (1500 m.) vanaf 2500 voet (800 m.) of 3000 voet (1000 m.). Het Helios rapport suggereert zelfs het verhogen van die ondergrens naar FL55 (1800 m.) om de zweefvliegactiviteiten voor vliegveld Lemelerveld en de zweefvliegtransitroutes – die door veel zweefvliegers worden gebruikt – te kunnen behouden. De realiteit is, dat als de ondergrens van het oostelijke deel van de nieuwe TMA Lelystad FL45 wordt, dit dus juist een beperking zal opleveren ten opzichte van de huidige situatie. Dit heeft zonder twijfel negatieve gevolgen voor overlandvluchten vanaf Terlet.

Van maart 2017 tot nu is er meer dan duizend keer overland gevlogen vanaf Terlet. Daarbij werd niet zelden de route van Terlet naar de Holter- en Lemelerberg gevolgd. De staatssecretaris doet, in haar antwoorden aan de Tweede Kamer, voorkomen alsof het plafond voor zweefvliegers bij Lemelerveld wordt opgetild van 3000 voet naar FL045, terwijl het in feite met 2000 voet wordt verlaagd, namelijk van het huidige FL065 naar FL045. Veel Nederlandse zweefvliegers zullen daarom last ondervinden van deze drastische hoogtebeperking, omdat dit thermisch een goed gebied is, waar veelvuldig gevlogen wordt, ook tijdens overlandvluchten.

In de plannen voor de nieuwe in- en uitvliegroutes van Lelystad – waar het Helios rapport en de staatssecretaris over spreken – gaat het verkeer in een nieuwe route tussen Apeldoorn en Bussloo op FL90 (3000 m.) zich splitsen in drie routes: een zuidwestelijke-, een zuidelijke- over Arnhem en een zuidoostelijke. Dit betekent dat de ondergrens van de TMA E – die boven de Veluwezoom ligt en zich uitstrekt van de regio Apeldoorn en Arnhem richting het oosten naar Enschede – verlaagd wordt ten opzichte van het huidige niveau. Noch in het rapport van Helios, noch in de brief van de staatsecretaris wordt aangegeven wat de ondergrens van deze TMA E gaat worden. Maar op basis van ervaringen uit het verleden kunnen wij ervan uit gaan dat LVNL (Luchtverkeersleiding Nederland) en het CLSK (Commando der Luchtstrijdkrachten) hier een (onnodig) ruime separatie willen aanbrengen die de ondergrens weleens verder naar beneden zou kunnen brengen, ten opzichte van wat zij nu (al) is.

De staatssecretaris doet verder in haar brief voorkomen alsof er naar de protesten is geluisterd van omwonenden, natuurorganisatie en luchtruimgebruikers en dat dit geresulteerd heeft in een hogere route (op FL90). Herinrichting van het luchtruim zal voor de toekomst ook ruimte moeten bieden om de aansluitroutes voor Lelystad Airport optimaler (bijv. hoger) in te passen. Luchtruimgebruikers en provincies zouden in de komende jaren nauw bij dit ontwerpproces moeten worden betrokken. De onzekerheid over mogelijke toekomstige beperkingen voor de zweefvliegers in het algemeen en die van Terlet in het bijzonder, blijft dus bestaan.

Helios geeft aan dat het uitgangspunt van hun opdracht was dat het vliegverkeer van Schiphol en Lelystad zich niet in hetzelfde luchtruim mag bevinden. Dat is, naar mijn mening, klinkklare onzin! Het is echt niet zo dat er een overmatige druk op de het luchtruim ontstaat en dat er files zouden ontstaan. Die stromen aan vliegverkeer kunnen prima samengaan. Het is vooral een politiek uitgangspunt dat economisch is gemotiveerd. Er wordt door diverse partijen alvast een voorschot genomen op de toekomstige groei. Die groei en bloei moet echter eerst nog maar eens blijken. Niettemin wordt er nu alvast wel luchtruim geclaimd van andere gebruikers zoals de luchtsporters en maakt LVNL zich er gemakkelijk van af. Dit gaat uiteindelijk ten koste van alle (recreatieve)luchtruim gebruikers. In dit geval met name de zweefvliegers en parachutisten.